Wat is luchtfiltratie?
Een luchtfilter heeft als primaire taak het filteren van aangezogen lucht op stofdeeltjes. Hierdoor wordt er een comfortabel binnenklimaat gecreëerd en is de kans op verspreiding van virusdeeltjes kleiner.
4 manieren om vaste stofdeeltjes af te vangen
Er bestaan twee type stofdeeltjes, namelijk vaste en gasvormige deeltjes. De manier om vaste of gasvormige stofdeeltjes af te vangen wijkt van elkaar af. In deze blog ligt de focus op vaste stofdeeltjes.
Er is een grote diversiteit aan luchtfilters met verschillende eigenschappen en kwaliteit. Maar het principe van luchtfiltratie is in de basis gelijk. De aangezogen lucht komt aan de ene kant vies het luchtfilter in en gaat er vervolgens schoon aan de andere kant uit. Maar wat er precies in het luchtfilter gebeurt is niet altijd duidelijk.
Vaste stofdeeltjes kunnen op vier verschillende manieren worden afgevangen. Deze vier manieren leggen we hieronder apart van elkaar uit. Zo is er het zeefeffect, het inertiemassa-effect (botsingsprincipe), het diffusie-effect en het interceptie-effect (onderschepping).
Het zeef- en inertiemassa-effect
Het zeefeffect
Een van de meest toegepaste en eenvoudigste filtertechnieken is het zogenoemde zeefeffect. Een stofdeeltje wordt door de luchtstroom meegenomen door een luchtkanaal. Vervolgens bereikt dit stofdeeltje het filtermedium en is te groot om door de mediavezels heen te gaan. Het stofdeeltje wordt dus tegengehouden en blijft achter in het luchtfilter. Dit is hetzelfde principe als je bijvoorbeeld bloem gaat zeven. Het fijne bloem gaat door de zeef heen en achtergebleven schilletjes blijven in de zeef achter.
Het inertiemassa-effect (botsingsprincipe)
Voor grotere stofdeeltjes werkt het inertiemassa-effect het beste. Het stofdeeltje wordt door de luchtstroom het filter ingeblazen. De lucht bereikt vervolgens de vezels en buigt hier mooi omheen. Wanneer het grotere stofdeeltje de vezels bereikt volgt deze daarentegen een rechte weg en botst als het ware tegen de vezels aan. Het stofdeeltje blijft dus achter in het filter en de lucht gaat door het filter heen.
Het zeefeffect
Een van de meest toegepaste en eenvoudigste filtertechnieken is het zogenoemde zeefeffect. Een stofdeeltje wordt door de luchtstroom meegenomen door een luchtkanaal. Vervolgens bereikt dit stofdeeltje het filtermedium en is te groot om door de mediavezels heen te gaan. Het stofdeeltje wordt dus tegengehouden en blijft achter in het luchtfilter. Dit is hetzelfde principe als je bijvoorbeeld bloem gaat zeven. Het fijne bloem gaat door de zeef heen en achtergebleven schilletjes blijven in de zeef achter.
Het inertiemassa-effect (botsingsprincipe)
Voor grotere stofdeeltjes werkt het inertiemassa-effect het beste. Het stofdeeltje wordt door de luchtstroom het filter ingeblazen. De lucht bereikt vervolgens de vezels en buigt hier mooi omheen. Wanneer het grotere stofdeeltje de vezels bereikt volgt deze daarentegen een rechte weg en botst als het ware tegen de vezels aan. Het stofdeeltje blijft dus achter in het filter en de lucht gaat door het filter heen.
Het diffusie- en interceptie-effect
Het diffusie-effect
De kleinere stofdeeltjes kunnen afgevangen worden door middel van het diffusie-effect. Doordat de stofdeeltjes zo klein zijn, kunnen kleine veranderingen de baan van het stofdeeltje verstoren. De stofdeeltjes volgen dus geen luchtstroom maar bewegen juist tussen de luchtstromen door (Brownse beweging) en is te vergelijken met een gasvormig deeltje. Door de onregelmatige bewegingen van de stofdeeltjes is de kans erg groot dat het tegen een vezel aanbotst en op deze manier dus wordt afgevangen.
Het interceptie-effect (onderschepping)
De laatste manier om stofdeeltjes af te vangen is door middel van het interceptie-effect. Deze manier wordt alleen gebruikt met een synthetisch medium, vanwege de elektrostatische kracht. De stofdeeltjes volgen op een normale manier de luchtstroom. Wanneer het stofdeeltje een vezel nadert, wordt het door een elektrostatische kracht naar een vezel toegetrokken. Vervolgens blijven de stofdeeltjes aan de vezels vastzitten en zijn ze afgevangen.
Het diffusie-effect
De kleinere stofdeeltjes kunnen afgevangen worden door middel van het diffusie-effect. Doordat de stofdeeltjes zo klein zijn, kunnen kleine veranderingen de baan van het stofdeeltje verstoren. De stofdeeltjes volgen dus geen luchtstroom maar bewegen juist tussen de luchtstromen door (Brownse beweging) en is te vergelijken met een gasvormig deeltje. Door de onregelmatige bewegingen van de stofdeeltjes is de kans erg groot dat het tegen een vezel aanbotst en op deze manier dus wordt afgevangen.
Het interceptie-effect (onderschepping)
De laatste manier om stofdeeltjes af te vangen is door middel van het interceptie-effect. Deze manier wordt alleen gebruikt met een synthetisch medium, vanwege de elektrostatische kracht. De stofdeeltjes volgen op een normale manier de luchtstroom. Wanneer het stofdeeltje een vezel nadert, wordt het door een elektrostatische kracht naar een vezel toegetrokken. Vervolgens blijven de stofdeeltjes aan de vezels vastzitten en zijn ze afgevangen.
Efficiëntie
Een luchtfilter bestaat natuurlijk uit duizenden van deze vezels. Hierdoor kan het een grote hoeveelheid aan stofdeeltjes afvangen. De daadwerkelijke efficiëntie van het filter kan tijdens de levensduur fluctueren. Sommige filters werken namelijk beter als er al een gedeelte stof is afgevangen. De verschillende manieren kunnen ook in één luchtfilter toegepast worden. Dit samengevoegde effect zorgt voor de algehele efficiëntie.
Geschreven door Elmo
Marketing Manager bij Tops Luchtfilters